De Nederlandse bouwsector is blij dat de crisis- en herstelwet ongeschonden door de Eerste Kamer is gekomen. Een woordvoerder van Bouwend Nederland noemde woensdagochtend de wet, die grote infrastructurele projecten naar voren haalt, ‘zeer welkom’.

De 58 projecten die nu op stapel staan, leveren de bouwsector 3 tot 4 miljard euro aan omzet op, aldus de zegsman. Ook zullen ze ‘enkele tienduizenden arbeidsjaren’ aan werk opleveren, zo zei hij. Om hoeveel banen het gaat, is nog onduidelijk.

Door de economische neergang hebben zo’n 40.000 tot 50.000 werknemers in de bouw hun baan verloren. In eerste instantie ging het vooral om zzp’ers en uitzendkrachten, maar momenteel zijn ook vaste werknemers aan de beurt.

Bouwend Nederland noemt het vervelend dat de Eerste Kamer zo lang heeft gesteggeld over de wetgeving. “Maar nu overheerst het aangename gevoel dat de wet is aangenomen.”

Aannemersfederatie Nederland (AfN) is vooral goed te spreken over de grote rol die is gereserveerd voor het midden- en kleinbedrijf. Veel van deze bouwbedrijven kampen met financiële problemen en zijn genoodzaakt om werknemers in de deeltijd-WW te laten afvloeien, meldde een woordvoerder.

Feitelijk kunnen bouwbedrijven pas eind dit jaar profiteren van de nieuwe wet, denkt AfN. De federatie houdt er rekening mee dat veel bedrijven in de sector de komende maanden ‘droogstaan’. “Het gaat immers niet om projecten die van vandaag op morgen worden gerealiseerd.”

Het door de Senaat aangenomen kabinetsplan, dat bedoeld is de kwakkelende economie aan te zwengelen, voorziet in snellere procedures rond de aanleg van wegen en andere infrastructurele projecten. Bezwaarprocedures worden bijvoorbeeld ingekort.

Bron: ANP