Na een paar dagen vakantie in het buitenland heb ik al zin er te blijven. Alleen maar luieren, eten, drinken en rondbanjeren. Ik kijk dan in de etalage van een plaatselijke makelaar. Stel je voor dat ik hier een huisje koop en iedere vakantie kan terugkeren, alsof dit mijn tweede vaderland is. Geweldig, toch?

Op zich is dat geen gekke gedachte. In een aantal landen zoals Spanje is de woningmarkt in elkaar gestort. Het is een prima tijd om je slag te slaan, zeggen ze. Dat geldt vooral voor mensen die eigen geld hebben en dus niet al te veel erbij hoeven te lenen.

In Nederland moet je belasting betalen over je vermogen. Als je dat geld in een woning in het buitenland steekt, kan dat voordelig zijn. Je vraagt dan voor de waarde van de woning na aftrek van de schulden een vrijstelling ter voorkoming van dubbele belasting aan. Daarvoor is een vraag opgenomen in het aangifteprogramma van de Belastingdienst. In de laatste Geldgids hebben wij hierover geschreven.

Een vakantiewoning kan een goede investering zijn, maar schat de zaak niet te rooskleurig in. U heeft vaak hoge vaste lasten, terwijl extra inkomsten uit verhuur kunnen tegenvallen. Financieel gezien kan het verstandiger zijn te gaan huren. Komt u op vakantie landgenoten tegen die daar een eigen woning hebben, vraag dan eens of zij hun huis willen verhuren. U kunt soms een aardige korting krijgen als u een regelmatige gast bent. Het gevoel van een tweede vaderland hoeft er niet minder op te worden.

Bij de buitenlandse makelaar ben ik eens landgenoten tegengekomen die hun huis weer wilden verkopen. Zij hadden jaren geleden besloten naar het buitenland te verhuizen. Een ingrijpende beslissing. Alles wordt dan anders, van aow tot zorgverzekering en belastingen. Hun conclusie was: het is verstandig nog een woning aan te houden in Nederland, totdat je alles precies hebt uitgezocht. En soms kun je het beter niet doen. Bij de vliegreis naar huis heb ik nog aan dat gesprek teruggedacht. Lekker weer naar Nederland, zonder zorgen.

Bron: De Telegraaf