De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) pleit voor de oprichting van een publiek-privaat samenwerkingsverband dat een verdere groei in de bodemsaneringsmarkt in Vlaanderen moet toelaten. Dat is maandag gezegd op een persconferentie in Kortrijk. Bodemsanering is immers ook belangrijk voor de creatie van nieuwe gronden voor zowel de private woningbouw als de industriebouw.

De sector kampt met de gevolgen van de economische crisis. Particuliere opdrachten zijn fel verminderd en ook de overheid is zuinig met opdrachten. Nochtans is er op het vlak van bodemsanering heel wat werk aan de winkel. De Confederatie Bouw wijst erop dat drie kwart van de verontreinigde sites in stedelijk gebied liggen. De concentratie is het grootst in West-Vlaanderen.

Sanering is volgens de VCB niet alleen nodig om het gevaar voor mens en milieu weg te werken, maar ook om extra gronden te creëren voor de woning- en de industriebouw. Bedrijven die terreinen saneren, hebben vorig jaar in West-Vlaanderen ongeveer 2,35 miljoen ton grond verzet, dat is zowat 2 ton per inwoner. Het grootste deel van de verzette grond wordt weggebracht om te saneren of is zo zuiver dat ze overal vrij kan worden hergebruikt. Een beperkt deel is te verontreinigd en gaat naar definitieve opslagplaatsen.

Volgens de VCB blijven heel wat verontreinigde terreinen braak en onbenut omdat kopers en verkopers de risico’s anders inschatten. De verkoper is geneigd de verontreiniging en de daarbij horende risico’s te minimaliseren, terwijl de koper beducht is voor onverwachte meerkosten na de aankoop.
De multidisciplinaire begeleidingsdienst Immoterrae, opgericht door de VCB, moet meer zekerheid bieden op dat vlak. De VCB pleit ook voor de oprichting van een NV ‘San-Invest’ om naast de sanerings- en ontwikkelingskosten voor verontreinigde terreinen ook de financiering over verschillende jaren te spreiden.

Bron: De Streekkrant