Vastgoedplatform

Nieuws Nederland - Gepost op dinsdag, oktober 13, 2009 16:31 - Geen reacties

Huurder voelt zich steeds veiliger in corporatiewoning

13
okt2009

Nederlandse huurders zijn zich de afgelopen 10 jaar steeds veiliger gaan voelen in hun woning. Belangrijkste verklaring voor deze (bijna jaarlijkse) stijging is, volgens USP, dat steeds meer corporaties (in 2005 ongeveer de helft2) bestaande en nieuwbouwwoningen voorzien van het PolitieKeurmerk Veilig Wonen dan wel inbraakwerende maatregelen uit het Bouwbesluit (1999) toepassen op hun nieuwbouw.
De gemiddelde huurder beoordeelde in 1999 de inbraakveiligheid van de woning met het rapportcijfer 6,5; anno 2009 geeft men hier een 7,1 voor. Opvallend is het verschil in beleving van de inbraakveiligheid van de woning tussen huurders van stedelijke en niet-stedelijke corporaties. De tevredenheid hierover onder huurders uit niet-stedelijke gebieden ging pas in na 2005 explosief stijgen. Onder huurders uit stedelijke gebieden was dit reeds in 2002 het geval. Leefbaarheidproblematiek is dan ook al veel langer een issue in de (grote) steden. Ook de invloed van kinderen op de beoordeling van de inbraakveiligheid van de woning is opvallend groot.

Dit en meer blijkt uit de Bewonersscan 1999 – 2009 van USP Marketing Consultancy onder ruim 100.000 huurders, een huurderstevredenheidonderzoek waar jaarlijks gemiddeld 50 corporaties aan deelnemen.

Huurder voelt zich steeds veiliger in woning
Nederlandse huurders van woningcorporaties zijn zich de afgelopen tien jaar een stuk veiliger gaan voelen in hun woning. De inbraakveiligheid van hun woning werd in 1999 beoordeeld met het rapportcijfer 6,5, tien jaar later is dit een 7,1. De stijging in tevredenheid vond met name plaats na 2004. Belangrijkste verklaringen voor de stijging zijn, volgens USP, de inbraakwerende maatregelen die verplicht zijn gesteld voor (huur)woningen in het Bouwbesluit (1999) en dat corporaties in toenemende mate beleid gemaakt hebben om hun woningen (zowel nieuwbouw als bij renovatie van bestaande woningen) te beveiligen op het niveau van het PolitieKeurmerk Veilig Wonen. Dit wordt gesteund door uitkomsten uit onderzoek1 van het Ministerie van VROM uit 2005.
Hieruit bleek dat in meer dan de helft van de jaarverslagen van woningcorporaties (53%) toentertijd gesproken werd over beveiliging van het woningbezit. In bijna alle gevallen streefden de corporaties toen naar een beveiligingsniveau van hun (nieuwbouw en bestaande) woningen dat voldoet aan het de eisen van het PolitieKeurmerk Veilig Wonen (kans dat er ingebroken wordt, verkleint dit keurmerk met 90%).

De inbraakveiligheid van de woning is het enige aspect van de 15 woningaspecten2 waarover ieder jaar de huurdertevredenheid in kaart wordt gebracht, waarover de tevredenheid zo goed als ieder jaar gestegen is en is blijven stijgen over een periode van 10 jaar.

tevredenheid met inbraakveiligheid

Veiligheidsgevoel gezinnen met kinderen blijft achter.
Gezinnen met kinderen wonen niet per definitie in onveiligere woningen dan gezinnen zonder kinderen, toch is er een aanzienlijk verschil in beleving van de inbraakveiligheid van de woning tussen deze groepen. Het hebben/krijgen van kinderen heeft daarmee een grote invloed op de (inbraak)veiligheidsbeleving van de woning.
Zo geven samenwonenden/gehuwden met kinderen een 6,7 voor de inbraakveiligheid van de woning en eenoudergezinnen een 6,5. Alleenstaanden en samenwonenden/gehuwden zonder kinderen oordelen veel positiever over de inbraakveiligheid van hun woning: respectievelijk 7,1 en 7,4.
Ook jongeren en de lage inkomens geven een relatief laag oordeel over de inbraakveiligheid van hun huurwoning: beide een 6,7. Mogelijke verklaring hiervoor is, volgens USP, dat deze groepen relatief minder financieel krachtig zijn en daardoor vaker in de goedkopere (en daarmee vaak kwalitatief minder veilige) woningen terechtkomen.

Stedelijke corporaties liepen voor met veilige woningen
Leefbaarheidproblematiek speelt vooral in grote steden een rol. Het is daarom niet verwonderlijk dat stedelijke corporaties eerder met deze problematiek aan de slag zijn gegaan dan niet-stedelijke corporaties. Het resultaat van deze vroegtijdige investeringen is in de tevredenheidbeleving hun huurders terug te vinden. De tevredenheidscurve van deze huurders is al in 2002 explosief gaan stijgen, terwijl de tevredenheidscijfers van huurders van niet-stedelijke corporaties in deze periode nog redelijk stabiel bleven. De tevredenheidscurve van huurders van niet-stedelijke corporaties is pas na 2005 aanzienlijk gaan stijgen.

Bron: USP Marketing Consultancy



Reacties plaatsen is niet mogelijk.

Sponsors

Nieuws België - dec 27, 2012 16:11 - 4 Reacties

Vastgoedconsument beter beschermd in 2013

Meer In Nieuws België


Nieuws Nederland - apr 8, 2011 15:44 - 0 Reacties

Woningprijzen in Nederland blijven dalen

Meer In Nieuws Nederland


Nieuws Europa en Wereld - sep 5, 2012 10:59 - 0 Reacties

UGL gebruikt nieuwe merknaam voor vastgoeddiensten

Meer In Nieuws Europa en Wereld