Een openbare verkoop van woningen zal in de toekomst in één zitdag gebeuren in plaats van in twee, de notaris kan een instelprijs vastleggen en alleen de werkelijke koper kan nog een premie krijgen.

Dat heeft de Kamercommissie Justitie woensdag unaniem beslist op voorstel van Raf Terwingen (CD&V) en Sarah Smeyers (N-VA).

Een openbare verkoop telt nu twee zitdagen, maar op de eerste laat bijna niemand in zijn kaarten kijken en duiken de echte geïnteresseerden vaak niet op. Op de tweede zitdag wordt dan effectief geboden. Na deze zitdag kan iemand anders binnen de 15 dagen nog een hoger bod van maximum 6.200 euro doen en dan komt er een derde zitdag waarop opnieuw kan worden geboden.

Wat verandert er? Notaris Bart Van Opstal zet alles op een rij

• Er komt nog slechts één zitdag (of bij een hoger bod: twee). Dat bespaart de verkoper minstens één zitdag of 1.500 euro aan kosten.
• De notaris kan een instelprijs vastleggen. Dat is volledig nieuw. Het is de prijs die het huis volgens de notaris waard is. Wie dat bedrag als eerste biedt bij het begin van de zitdag, krijgt later 1% korting op de verkoopprijs, maar alleen als hij het huis ook effectief heeft gekocht.
• Als de notaris géén instelprijs vastlegt, dan kan hij een premie van 1% toekennen aan de persoon die op het einde van de eerste zitdag het hoogste bod heeft gedaan. Maar alleen als deze persoon achteraf ook de feitelijke koper van het huis is. Als er geen instelprijs is, moet er echter geen premie zijn, maar het mag.
• Heel belangrijk is dus dat alleen nog de werkelijke koper van het huis een premie kan krijgen. Speculatie en premiejagerij (“verdieren pikken”) wordt afgeschaft.
• De regeling start op 1 januari 2010.

Het voorstel werd unaniem goedgekeurd en heeft de steun van de notarissen. JDW

Bron: Gazet van Antwerpen