Sedert 1989 is de Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie verbroederd met zijn Catalaanse tegenhanger, de Associació del Museu de la Ciéncia i de la Técnica i d’Arqueologia Industrial de Catalunya. Daarmee is Catalonië één van de prioritaire regio’s binnen de internationale samenwerking die VVIA uitbouwt, naast bv. Noord-Frankrijk en Nederland.
In het verleden werd reeds herhaaldelijk samengewerkt bij studiedagen en congressen, werden ideeën en informatie uitgewisseld, én – belangrijk – werden persoonlijke vriendschapsbanden tussen industrieel-archeologen in Catalonië en Vlaanderen uitgebouwd. De samenwerking tussen Vlaanderen en Catalonië lag ook aan de basis van de oprichting van de Europese Federatie van Verenigingen voor Industrieel en Technisch Erfgoed, E-FAITH.

Vorig jaar was VVIA te gast in Catalonië, in een echt Vlaams weer – het goot van de eerste dag tot de laatste. De Catalaanse collegae toonden ons hun aanpak, de werking van hun museumnetwerk, de aanpak van herbestemming van industriële panden in de Poble Nou van Barcelona, de Vlaamse stoommachines in het ‘Museu Agbar de les Aiguës’ in Cornellà de Llobregat en de Belgische stoomlocomotieven in het spoorwegmuseum in Vilanova i la Geltru. We bezochten er o.m. de site van een reusachtige cementfabriek, hun mijnmuseum, de reusachtige elektrische centrale ‘Tres Ximineies’ in Besos, een historische anijsstokerij, de lokale TV van Mataró in een oude textielfabiek, en een fabriekje van loodjes (om aan worsten etc te hangen) vlakbij de kathedraal van Barcelona.

Dit jaar, van 23 tot 27 juni, bezoek een delegatie van de AMCTAIC Vlaanderen – met de bedoeling ervaringen te vergelijken, maar ook en vooral om na te gaan rond welke thema’s eventueel gezamelijke projecten kunnen opgezet worden. De eerste en laatste dag van het bezoek worden in Brussel doorgebracht. De drie andere dagen betekenen een (over)vol programma van bezoeken en contactnamen in respectievelijk Limburg, Antwerpen en West-Vlaanderen. Alle aspecten van de studie, het behoud en de ontsluiting van het roerend en onroerend industrieel en technisch erfgoed zullen daarbij aan bod komen.

Bron: bouwenwonen.net